De geschiedenis van het koor.

ANDIJKS GEMENGD KOOR: al  72 jaar zingen met plezier!

In 1882 telde Andijk al een paar koren: het Andijker mannenkoor en een dameskoor T.A.V.E.N.U. (Tot Aangenaam Vermaak En Nuttige Uitvoering)  Ook was er in die tijd al een kinderkoor.  In 1903 werd de gemengde zangvereniging O.K.K. (Oefening Kweekt Kennis) opgericht. 1905 gaan, na een succesvolle gezamenlijke uitvoering,  het Mannenkoor en Tavenu fuseren en treden daarna op onder de naam Tavenu.
Op 12 februari 1948 wordt officieel besloten door de besturen van  OKK en Tavenu  om voortaan samen verder te gaan onder de naam Gemengd Andijks Koor.
Dat vond plaats in café “de Meiboom”  waar ook gerepeteerd werd en de eerste dirigent was de heer Ru Kaag.
Het eerste optreden van AGK was tijdens het Bondsconcours in Midden-Beemster op zondag 25 juli 1948 en daar wonnen ze een ruime eerste prijs met de liederen “Koren” en “Deuntje” van P. Ketting. Het koor telde toen zo’n 130 leden.
Er was zowel een gemengd koor als een dameskoor.
Het eerste eigen concert (uitvoering heette dat toen) werd op 29 januari 1949 gegeven in café de Meiboom.


De intermezzo’s waren van de destijds zeer bekende violist Boris Lensky, met dirigent Ru Kaag op de piano.
Boris Lensky
De eerste jaarvergadering was op 17 februari 1949, uiteraard in de Meiboom. Er waren 56 leden aanwezig. Er was na dat succesvolle eerste jaar zowaar ook nog geld over in de pot, dus iedereen was zeer tevreden. Vooral ook omdat de dames chocolademelk en koek serveerden.
Op 16 april 1949 trad voor het eerst het Kinderkoor op, met operettenummers van “de Toverring.”  Ru Kaag was ook daarvan dirigent en  de pianobegeleiding was van Piet Minnes.
Op 19 maart 1951 zong AGK voor het eerst in het “eigen” verenigingsgebouw aan de Kleingouw.

CULTURA
Het stichtingsbestuur had een prijsvraag uitgeschreven voor de naam van dit verenigingsgebouw en mevrouw A. van Beek-Madderom won dus met “Cultura.”
“Dat dit gebouw tot groei en bloei mag strekken van het culturele leven hier ter plaatse” werd er bij de opening gezegd. De familie Ab Verra, die eerst  De Meiboom exploiteerde, verhuisde mee naar Cultura.
In 1953 werd het concert van AGK 2 weken uitgesteld vanwege de watersnoodramp en de opbrengst van dat concert ging naar het Rampenfonds.
In 1953 werd ook voor de 3e keer een concours in Medemblik gewonnen met een recordaantal punten. Dus de wisselbeker mocht mee naar huis om daar te blijven! Bewijs dat Ru Kaag een erg goede dirigent was.
En in dat jaar werd ook op waardige wijze afscheid genomen, na 30 jaar bestuurswerk,  van Klaas Burger, hij werd erelid van de Bond.

In 1954 is een film gemaakt over het verenigingsleven in en rond Cultura, waarin uiteraard AGK ook een belangrijke rol speelde.  De film begon met een optocht van alle deelnemers.
Uiteindelijk werd de film in 1955  vertoond en zo’n 1000 mensen kwamen dat bijwonen. Die film is nog steeds in het bezit van AGK!
Naar aanleiding daarvan schreef Ds. G. Boogaard het volgende gedicht in “De Andijker”:

Hier heeft men op verschillen niet gelet
Dit is in zulk een film beslist te prijzen
Dus zagen we de dwazen en de wijzen
Als broeders samen op één rol gezet
We kregen voor een gulden heel veel  pret
En zaten te genieten toen de grijze-
Kop van buur Aaike in het linnendoek ging rijzen
Een breed en onvergetelijk portret
Het slot van dit merkwaardige geheel
Zal lang in het geheugen blijven hangen
De muzikanten vormden het taf’reel
Van één van hen verfilmde men de wangen
Een schaterlach steeg op uit aller kelen
En ik had wat gemeenschap meer ontvangen

1957: PARIJS
Omdat AGK in voorgaande jaren ook aan een internationaal concours had deelgenomen, kregen ze in mei 1956 een uitnodiging om  in Parijs te komen zingen. Grappig detail was dat men die brief, in het Frans natuurlijk, niet kon lezen. Maar gelukkig had een van de leden familie over uit Frankrijk, dus werd dat probleem snel opgelost.
Maar dat optreden moest al een maand later gebeuren, dus had men niet veel tijd om zich daar op voor te bereiden.
De financiering van die trip was ook nog een verhaal apart, maar kwam met veel hulp van plaatsgenoten (en de Boerenleenbank voor een voorschot) toch rond. Ook moesten de meeste leden nog paspoorten, en dus foto’s,  laten maken en daarvoor werd een avond met  dorpsfotograaf Piet Venema (“de baardman”) georganiseerd.
Betaalbaar onderdak voor de dames werd,  via allerlei contacten, bij de Volkshogeschool “Meridon” vlakbij  Parijs gevonden en voor de heren was er ook zo’n oplossing gelukkig.
Al met al kwam die trip van 4 dagen toch nog op 80 gulden per persoon. Niet niks in die tijd!
Vrijdag 8 juni om 6 uur ’s morgens vertrok men met 79 leden per bus naar Parijs. Waarbij dirigent Ruud Kaag zijn paspoort nog bijna vergeten was trouwens.
Het internationale korenfestival vond plaats in het Théatre de la Cité Université en AGK zong:
Jubilate Deo; Descendre in Hortum meum; Psalm 150; Madrigaal; Feest in het bos en Het Lied van Westfriesland.
AGK won daarmee een eervolle vermelding in hun categorie grote gemengde koren, een hele prestatie met maar 50 zangers. Want de andere prijzen waren voor véél grotere koren.
Dat “Diplome D’Honneur” is nog steeds te bewonderen in de prijzenkast in Cultura, bij de biljarttafels!

AGK Parijs 1958

Tijdens deze bijzondere trip was het de koorleden opgevallen dat een koor uit Praag er bijzonder uit zag in uniforme kleding: de dames in witte jurken en de heren met donker colbert en wit overhemd met open kraag. Dat had zo’n indruk gemaakt dat bij thuiskomst in Andijk besloten werd ook zoiets voor AGK te gaan doen.
Met hulp van firma Van der Oord-Dol was het mogelijk op stof voor japonnen en stropdassen voor de heren. Kosten 800,- gulden,  door de leden zelf betaald.
Alle dames traden voortaan op in blauwe jurken en de heren met een zwarte broek, wit overhemd en blauwe stropdas.
Maar ook in die tijd werd er soms gemopperd dat men het te saai vond. Dus vonden de dames een creatieve oplossing door de jurken met een witte kraag en witte manchetten op te fleuren.
De trip naar Parijs had nóg een effect: er werd besloten een spaarkas te vormen, zodat men altijd over voldoende reiskosten kon beschikken.
Ook in 1957 was AGK al een sociale vereniging. Zo ging men bijvoorbeeld onderweg naar “Neerlands Koorfestival” repeteren in sanatorium Zonnestraal, omdat daar een lid van AGK langdurig verpleegd werd.

1958: Jel Ruiter-Haagsma
Op 20 maart 1958 werd Jel  gekozen als bestuurslid van AGK. Zij volgde Klazien Bankert-Mantel op. Die taak heeft Jel 34 jaar lang verricht.

Lees het hele artikel over Jeltje elders op deze website.

ALLERLEI ACTIVITEITEN
Jarenlang deed AGK als vereniging mee met Het Sportweekend dat jaarlijks georganiseerd werd in Andijk. Toen in 1951 Cultura geopend werd deed het stichtingsbestuur er alles aan on hun nieuwe  onderkomen en hun vereniging bekendheid te geven, ook in de regio. Op zaterdagavond was er dan een Bonte Avond en dat is lang traditie gebleven.
Bovendien was het een goede gelegenheid om eens een  uitwisseling te organiseren met andere verenigingen uit binnen- en buitenland.
Zo organiseerde AGK op 8 september 1961 een optreden van het Duitse Mannenkoor uit Linderhausen, een plaatsje in de buurt van  Wuppertal. Dat was tot stand gekomen doordat er jaren eerder al een uitwisselingen plaats vonden met de Andijker Motorclub en A.V.V. Andijk.
Dat betekende dat de leden over en weer bij elkaar logeerden tijdens zo’n uitwisseling.
De plaatselijke verenigingen zorgden dan voor het vertier van de gasten.

Geldbronnen.
Kort na de oorlog werden landelijk allerlei stichtingen in het leven geroepen om geld in te zamelen voor maatschappelijke en culturele doelen, zoals het Prins Bernard- en Anjerfondsen.
De verenigingen in Andijk deden mee met de huis aan huiscollectes hiervoor en kregen dan ook een deel uit de opbrengst.  Ook werden er allerlei zegeltjes gespaard om de kas te spekken. die van het waspoeder Persil bijvoorbeeld.
Later kwamen er allerlei dorpsveilingen, waar AGK ook aan mee deed.

Het ledental schommelde regelmatig in de zestiger jaren. Maar men deed toch aan allerlei concoursen mee. In 1961 ging het koor naar Callantsoog, in 1963 zong AGK in Medemblik  bij een wedstrijd van de bond en in Emmen. En er kwam een tegenbezoek van het koor uit Emmen.
De kleding veranderde toen van blauw naar zwart en een beetje vlotter. Ge-update zouden we nu zeggen. Ook was er een jurk in een aangepaste maat voor die dames die in verwachting waren.

In 1964 was het voor de 2e keer de beurt van AGK om een concours voor de Bond van Zangkoren te organiseren. En ondanks het overlijden van voorzitter Piet Singer tijdens die voorbereidingen, was het concours een succes.
In 1965 stopt dirigent Ru Kaag met het jeugdkoor.

In 1968 kwam Lies Hazewindus-Mos in het bestuur.
En Iet Blokker-Krul werd in het zonnetje gezet vanwege de mooie bloemarrangementen en groene zaalversiering al vele jaren. Vaak werden uitvoeringen gehouden na afloop van de West-Friese Flora in Bovenkarspel, zodat de overgebleven bloemen en groen gebruikt konden worden om de zaal in Cultura te versieren.
Ook in 1968 kwam een jarenlange vriendschap tot stand met het Groot Zwols Mannenkoor. En weer logeerden alle zangers bij AGK leden thuis, was er een Bonte Avond.

In 1969 telde AGK zelfs 3 jeugdkoren. Jo Krul-Prikkel leidde de oudste meisjes, Frieda Vlam  de allerjongsten en  Jel Ruiter de middelste groep. Zij zongen veel Annie M.G. Schmidt liedjes. Ook liedjes uit “Ja zuster, nee zuster” waren gewild. Tijdens het welbekende Opa-lied kwam er een kar de zaal in met allerlei stekjes om uit te delen. Met Meindert, de zoon van Jel, als opa. Die stekkies kwamen allemaal uit Jel haar tuin en toen de act ’s avonds voor de volwassenen nog een keer moest, bleef er in Jel’s tuin weinig over!

In 1973 werd het 25 jarig jubileum van het koor gevierd. Er was een receptie in Cultura, die ruim 1000,- gulden aan giften opleverde van de 143 bezoekers. Plus een nieuwe pianokruk.
Uiteraard was er ook een speciaal concert, ook met een optreden van oud jeugdleden. Leden van muziekvereniging Excelsior deden de muzikale begeleiding.
Opnieuw organiseerde AGK dat jaar een Bondsconcours.  En hoewel dirigent Ru Kaag een lied aftikte en opnieuw liet inzetten, werd toch de Barend Koolhaas Wisselbeker gewonnen.

In 1974 deed het koor, ook het kinderkoor, mee aan het Hoornse Festival in de Park Schouwburg. En AGK ging weer naar Duitsland, naar Pfalzerwald met 2 bussen. Uiteraard sliep men bij het gastkoor, Gesangverein Alserborn.
1974 werd een zeer belangrijk jaar omdat men na 26 jaar dirigent Ru Kaag vroeg om op te stappen. Er werd door een groot aantal leden tijdens een Buitengewoon Overleg met ruime meerderheid van stemmen besloten tot eervol ontslag.
Opvolger werd tijdelijk Piet Ouwens, begeleidt door Gerrit de Jong op piano. Daarna kwam Bram Poel uit Heemskerk.
Helaas werd hij ziek toen AGK mee zou doen aan het concours van de Zangbond in Andijk. Bondssecretaresse Betsie Kuin-Groeneveld regelde dat men “buiten mededinging”  toch mee deed onder leiding van Pius X schoolmeester  Piet Laan.

In 1975 deed men mee aan een concours in Groningen, Delfzijl.
In 1976 kreeg Jel Ruiter-Haagsma een Gouden Bondsmedaille van Jo Krul-Prikkel.
En AGK kreeg, door o.a. een bijdrage van het Anjerfonds, de beschikking over een bandrecorder.
In 1977 was AGK te gast bij de Vara in Hilversum, voor het programma “Zing zo maar simpel een melodie.” Gezongen werd Het Lied van West-Friesland en Ma Bella Bimba.
Ook in 1977 kreeg het jeugdkoor de naam “De Zingende Ruitertjes” en het kinderkoor De Dijkzangertjes (onder leiding van Anita en Hans Harrivan)
In 1978 deed het koor mee aan een bondsconcours in Den Helder.
Cultura vierde haar 25 jarig jubileum op 13 november 1978. Er werd een revue georganiseerd, waaraan het koor uiteraard mee deed. Drie voorstellingen voor een propvolle zaal.
In 1978 werd na een verbouwing in Cultura de jeugdmusical “Tijl en de Toverfluit” opgevoerd door het kinder- en jeugdkoor van AGK, ter ere van het 30 jarig jubileum.
de oude toneelgordijnen werden daarbij gebruikt om de soldatenpakken te maken voor de deelnemende zangertjes.

In 1980 werd bij een inbraak in Cultura de prijzenkast van AGK leeg gehaald.
Gerhard Wielakker werd in 1980 de nieuwe dirigent van het gemengd koor en van de Zingende ruitertjes.

WORDT VERVOLGD….

Met dank aan Jel Ruiter-Haagsma, ik heb haar boekje Andijks Gemengd Koor ’48 – ’98 gebruikt.